WAT?
Maak een sprekende leerfoto!
HOE?
Je kan de opdracht uitvoeren op verschillende manieren:
Maak een sprekende leerfoto!
- Zoek een foto met Google afbeeldingen van een onderwerp waar jij veel over weet, of waarover je iets hebt geleerd. Je kan ook zelf een foto maken.
- Denk na over wat je bij de foto kunt vertellen. Schrijf dit op in korte zinnen. Zorg er voor dat andere kinderen iets kunnen leren van wat jij vertelt. Wat je vertelt mag maximum 1 minuut duren.
- Oefen wat je wil vertellen, doe dit samen met een luistermaatje.
- Als je tevreden bent, ga je een tablet, computer of digitaal bord gebruiken om je informatie in te spreken bij de foto die je hebt gekozen.
- Mail de link naar je sprekende foto naar [email protected], ten laatste op donderdag 30 april, 16 uur.
HOE?
Je kan de opdracht uitvoeren op verschillende manieren:
TIPS
ICT
LOD-ICT-05.01* De leerlingen zijn bereid ICT te gebruiken om informatie op te zoeken.
LOD-ICT-05.02 De leerlingen weten dat veel informatie digitaal beschikbaar is.
LOD-ICT-05.06 De leerlingen kunnen verwoorden in welke digitale vorm (tekst, beeld, geluid…) ze het resultaat van hun zoekactie verwachten.
LOD-ICT-05.10 De leerlingen kunnen zoekacties uitvoeren met behulp van een digitale bron als de digitale bron informatie bevat over één of een beperkt aantal gelijkaardige onderwerpen.
LOD-ICT-05.12De leerlingen kunnen zoekacties uitvoeren met behulp van één digitale bron.
LOD-ICT-05.14De leerlingen kunnen zoekacties uitvoeren door middel van eenvoudige procedures: de ingebouwde zoekfunctie van de digitale bron volgen.
LOD-ICT-05.16*De leerlingen tonen bereidheid en volharding bij het opzoeken van digitale informatie.
LOD-ICT-05.17*De leerlingen streven naar orde, nauwkeurigheid en systematiek bij het zoeken van informatie.
LOD-ICT-05.18De leerlingen kunnen de digitale informatie die voldoet aan hun informatievraag selecteren.
LOD-ICT-05.19De leerlingen kunnen nagaan of de geselecteerde digitale informatie voldoet aan hun informatievraag en indien nodig hun zoekproces bijsturen.
LOD-ICT-05.20*De leerlingen nemen een kritische houding aan tegenover de geselecteerde informatie.
LOD-ICT-05.21De leerlingen kunnen reflecteren over hun digitaal zoekproces naar informatie en indien nodig hun werkwijze in de toekomst aanpassen.
LOD-ICT-06.01*De leerlingen zijn bereid ICT te gebruiken bij het verwerken van informatie.
LOD-ICT-06.04De leerlingen kunnen de overgebrachte digitale informatie ongewijzigd gebruiken voor het bestemde doel.
LOD-ICT-06.09*De leerlingen hebben de gewoonte de bron te vermelden die ze gehanteerd hebben.
LOD-ICT-01.01*De leerlingen zijn bereid ICT te gebruiken bij het creatief vormgeven van hun ideeën.
LOD-ICT-01.05De leerlingen kunnen voor hen geschikte beeld-, geluid-, tekst- en tekenprogramma’s gebruiken.
LOD-ICT-01.09De leerlingen kunnen in functie van de gegeven opdracht en de doelgroep de opdracht controleren en indien nodig bijsturen.
LOD-ICT-01.10De leerlingen kunnen reflecteren op de meerwaarde van het gebruik van ICT bij het creatief vormgeven van hun ideeën.
LOD-ICT-02.01*De leerlingen zijn bereid ICT te gebruiken bij het voorstellen van digitale informatie aan anderen.
LOD-ICT-02.05De leerlingen kunnen op hun niveau gebruikmaken van ICT bij het voorstellen van digitale informatie aan anderen
LOD-ICT-02.07De leerlingen kunnen hun voorstelling controleren en indien nodig aanpassen.
LOD-ICT-03.01De leerlingen kunnen reflecteren op de voorbereiding en uitvoering van hun voorstelling en indien nodig hun werkwijze in de toekomst aanpassen.
LOD-ICT-09.01*De leerlingen zijn bereid ICT te gebruiken om op een doelmatige manier te communiceren
LOD-ICT-09.02De leerlingen weten dat er diverse soorten elektronische communicatiekanalen bestaan.
Nederlands
Spreken
NL-SPR-BV-01-09De leerlingen kunnen tijdens het spreken eigen klemtonen leggen door volume, tempo en toonhoogte te laten variëren.
NL-SPR-DV-D01-05-01De leerlingen kunnen de oriëntatievragen bij de planning van hun spreektaak gebruiken door de oriëntatievragen afzonderlijk te beantwoorden met hulp van de leraar.
NL-SPR-DV-D02-01-01De leerlingen kunnen bij een onderwerp ideeën verzamelen op basis van associaties.
NL-SPR-DV-D02-01-02De leerlingen kunnen bij een onderwerp subonderwerpen vinden.
NL-SPR-DV-D02-02-01De leerlingen kunnen de woorden van een woordveld of de subonderwerpen selecteren op basis van relevantie.
NL-SPR-DV-D02-02-02De leerlingen kunnen de woorden van een woordveld of de subonderwerpen selecteren op basis van de omvang van de spreektaak.
NL-SPR-DV-D03-06-03De leerlingen kunnen zeggen wat ze mooi of niet mooi vinden aan een afbeelding.
NL-SPR-DV-D03-06-04De leerlingen kunnen bij een prent hun gevoelens verwoorden.
NL-SPR-DV-D03-06-10De leerlingen kunnen verschillende middelen tot ondersteuning van het spreken gecombineerd gebruiken.
- De opdrachten voor het lager worden het gemakkelijkst uitgevoerd met een tablet (Ipad, Android).
Probeer op je school, bij collega's, bij familie, vrienden, ICT-coördinator, ... een tablet te vinden. Dat zal je heel wat tijd en energie besparen om de opdracht uit te voeren.
Je kan er ook altijd eentje reserveren bij Digipolis: http://www.gentleentuit.be/ - probeer zelf eerst alles uit
- als iets niet lukt, vraag tijdig hulp aan collega's, ICT-coördinator, ...
- bespreek met de kinderen waarom ze juist die foto kiezen
- laat de kinderen zoeken bij afbeeldingen die groot genoeg zijn (zoekhulpmiddelen Google)
- het is belangrijk dat kinderen niet meteen beginnen in te spreken. Laat hen eerst nadenken en hun informatie ordenen, door hen bijvoorbeeld korte zinnen of sleutelwoorden te laten opschrijven. Maak gebruik van een woordspin, ...
- Je kan met de app maximum 1 minuut inspreken.
- maak bij Fotobabble een account aan, dit heb je nodig om de Fotobabbles te bewaren en nadien de link door te sturen
- laat de kinderen van alle Fotobabbles eentje uitkiezen om in te zenden. Bespreek met hen waarom ze voor die Fotobabble kozen.
ICT
LOD-ICT-05.01* De leerlingen zijn bereid ICT te gebruiken om informatie op te zoeken.
LOD-ICT-05.02 De leerlingen weten dat veel informatie digitaal beschikbaar is.
LOD-ICT-05.06 De leerlingen kunnen verwoorden in welke digitale vorm (tekst, beeld, geluid…) ze het resultaat van hun zoekactie verwachten.
LOD-ICT-05.10 De leerlingen kunnen zoekacties uitvoeren met behulp van een digitale bron als de digitale bron informatie bevat over één of een beperkt aantal gelijkaardige onderwerpen.
LOD-ICT-05.12De leerlingen kunnen zoekacties uitvoeren met behulp van één digitale bron.
LOD-ICT-05.14De leerlingen kunnen zoekacties uitvoeren door middel van eenvoudige procedures: de ingebouwde zoekfunctie van de digitale bron volgen.
LOD-ICT-05.16*De leerlingen tonen bereidheid en volharding bij het opzoeken van digitale informatie.
LOD-ICT-05.17*De leerlingen streven naar orde, nauwkeurigheid en systematiek bij het zoeken van informatie.
LOD-ICT-05.18De leerlingen kunnen de digitale informatie die voldoet aan hun informatievraag selecteren.
LOD-ICT-05.19De leerlingen kunnen nagaan of de geselecteerde digitale informatie voldoet aan hun informatievraag en indien nodig hun zoekproces bijsturen.
LOD-ICT-05.20*De leerlingen nemen een kritische houding aan tegenover de geselecteerde informatie.
LOD-ICT-05.21De leerlingen kunnen reflecteren over hun digitaal zoekproces naar informatie en indien nodig hun werkwijze in de toekomst aanpassen.
LOD-ICT-06.01*De leerlingen zijn bereid ICT te gebruiken bij het verwerken van informatie.
LOD-ICT-06.04De leerlingen kunnen de overgebrachte digitale informatie ongewijzigd gebruiken voor het bestemde doel.
LOD-ICT-06.09*De leerlingen hebben de gewoonte de bron te vermelden die ze gehanteerd hebben.
LOD-ICT-01.01*De leerlingen zijn bereid ICT te gebruiken bij het creatief vormgeven van hun ideeën.
LOD-ICT-01.05De leerlingen kunnen voor hen geschikte beeld-, geluid-, tekst- en tekenprogramma’s gebruiken.
LOD-ICT-01.09De leerlingen kunnen in functie van de gegeven opdracht en de doelgroep de opdracht controleren en indien nodig bijsturen.
LOD-ICT-01.10De leerlingen kunnen reflecteren op de meerwaarde van het gebruik van ICT bij het creatief vormgeven van hun ideeën.
LOD-ICT-02.01*De leerlingen zijn bereid ICT te gebruiken bij het voorstellen van digitale informatie aan anderen.
LOD-ICT-02.05De leerlingen kunnen op hun niveau gebruikmaken van ICT bij het voorstellen van digitale informatie aan anderen
LOD-ICT-02.07De leerlingen kunnen hun voorstelling controleren en indien nodig aanpassen.
LOD-ICT-03.01De leerlingen kunnen reflecteren op de voorbereiding en uitvoering van hun voorstelling en indien nodig hun werkwijze in de toekomst aanpassen.
LOD-ICT-09.01*De leerlingen zijn bereid ICT te gebruiken om op een doelmatige manier te communiceren
LOD-ICT-09.02De leerlingen weten dat er diverse soorten elektronische communicatiekanalen bestaan.
Nederlands
Spreken
NL-SPR-BV-01-09De leerlingen kunnen tijdens het spreken eigen klemtonen leggen door volume, tempo en toonhoogte te laten variëren.
NL-SPR-DV-D01-05-01De leerlingen kunnen de oriëntatievragen bij de planning van hun spreektaak gebruiken door de oriëntatievragen afzonderlijk te beantwoorden met hulp van de leraar.
NL-SPR-DV-D02-01-01De leerlingen kunnen bij een onderwerp ideeën verzamelen op basis van associaties.
NL-SPR-DV-D02-01-02De leerlingen kunnen bij een onderwerp subonderwerpen vinden.
NL-SPR-DV-D02-02-01De leerlingen kunnen de woorden van een woordveld of de subonderwerpen selecteren op basis van relevantie.
NL-SPR-DV-D02-02-02De leerlingen kunnen de woorden van een woordveld of de subonderwerpen selecteren op basis van de omvang van de spreektaak.
NL-SPR-DV-D03-06-03De leerlingen kunnen zeggen wat ze mooi of niet mooi vinden aan een afbeelding.
NL-SPR-DV-D03-06-04De leerlingen kunnen bij een prent hun gevoelens verwoorden.
NL-SPR-DV-D03-06-10De leerlingen kunnen verschillende middelen tot ondersteuning van het spreken gecombineerd gebruiken.